Let bij het balkjes of cavaletti’s lopen goed op de bewegingen van het paard. Deze moeten ritmisch, gelijkmatig en in balans zijn. Dit vergt enige training en ervaring, bouw het dus langzaam op.
De gebogen rug, de gespitste oren, het hoger optillen van de benen, de geactiveerde achterhand en het correcte contact met het bit laten zien dat balkjes lopen en cavaletti training een zeer doeltreffende invloed heeft op de rijdbaarheid van het paard.
Het trainen van een paard met balkjes of cavaletti’s kan in principe in elke gang worden gedaan; in stap om op te warmen, maar ook in draf en galop als effectieve training. Omdat het paard in iedere gang een andere paslengte heeft varieert ook de juiste afstand tussen de balken en cavaletti’s per gang. Daarnaast speelt de schofthoogte, bouw en beweging van het individuele paard hierbij ook een rol.
De balkjes of cavaletti's moeten door het paard worden genomen in een rustig tempo. Het paard mag de balkjes niet raken met zijn hoeven en er ook niet over struikelen. Het kan verstandig zijn beenbeschermers om de benen van het paard doen bij het balkjes lopen of een cavaletti training om blessures en verwondingen zoveel mogelijk te voorkomen.
Het is belangrijk dat het paard het hoofd kan laten zakken en naar beneden kan kijken wanneer het over de balken of cavaletti’s gaat. Het is raadzaam het werken met balkjes en cavaletti's rustig op te bouwen, je paard moet vertrouwen krijgen, de juiste spieren ontwikkelen en de techniek leren beheersen. Begin daarom makkelijk en zowel linksom als rechtsom met een korte sessie van enkele minuten. Als het paard ervaring heeft en met de juiste balans en het goede ritme over de balken of de cavaletti’s kan gaan kan de duur en de intensiteit van de sessie worden opgevoerd.
Wanneer het paard balkjes of cavaletti’s moet lopen onder het zadel:
Bij het balkjes of cavaletti’s lopen aan de longeerlijn:
Als het paard nog geen ervaring heeft met balkjes lopen of cavaletti training, moet het eerst vertrouwd worden gemaakt met de balken. Voordat je het paard te vraagt over de balken te lopen, moeten de balken worden laten zien. Het is aan te raden het paard van tevoren een paar keer om de balken heen te laten lopen, zodat het niet bang wordt. Als het paard de balken weg duwt, er misschien tegen aan tikt met zijn hoeven of aan de balken snuffelt, is de eerste stap gezet. Je kan vervolgens een paar keer langs de balken rijden en aansluitend tussen twee balken door.
Zodra het paard vertrouwd is met de balken, kan je het voorzichtig over een balk heen laten lopen. Gaat dit goed dan kan je uiteindelijk meer balken neerleggen.
Om het paard in staat te stellen op een correcte en prettige manier over de balken of cavaletti’s te lopen kan je de volgende afstanden gebruiken. Deze afstanden zijn geschikt voor warmbloedpaarden, voor pony’s of hele grote paarden zijn andere afstanden van toepassing:
Het trainen van het paard met behulp van balkjes of cavaletti’s is een geweldige manier om de training afwisselend en vooral doeltreffend te maken voor het paard. Het zorgt voor een goede spieropbouw, meer kracht en balans en het juiste ritme. Door het trainen met cavaletti’s wordt het paard soepeler, buigzamer, actiever en krijg het een mooi ritme waardoor de gangen beter ontwikkelen.
Om correct over de balken te lopen moet het paard het achterbeen hoger optillen. Dit is iets wat je met een gewone dressuurtraining niet voor elkaar krijgt. Dit activeert de spieren en bevordert de mobiliteit van het bewegingsapparaat. Omdat het paard het hoofd naar beneden brengt, zijn rug bol maakt en de teugel uit je hand kauwt worden de rug en rugspieren optimaal getraind. Door dit “stretchen” wordt het paard soepeler, kan het beter buigen, het achterbeen wordt actiever en het paard krijgt een mooi ritme met de juiste cadans en schwung. Voor ervaren paarden kunnen de cavaletti’s worden verhoogd, waardoor het paard zijn benen nog meer moeten optillen.
Bij een goede training geven balken en cavaletti’s het paard een mooi ritme om te bewegen. Komt het paard met een onregelmatig ritme in dan zal het sneller struikelen. Om het paard in het begin niet te veel te belasten, moeten de balken worden aangepast aan de schofthoogte, de beweging en paslengte van het paard. Pas als het paard volledig vertrouwd is met balken lopen en voldoende ervaring heeft kan je met de afstand gaan variëren. Zo kan je een paard dat heel ruim beweegt leren om kleiner te lopen en een paard welke ruimte mist leren zijn passen te verlengen. In je dagelijkse training kan je de cavaletti’s gebruiken tussen de normale oefeningen door. Focus dus niet alleen op de cavaletti, maar wissel af. Cavaletti training zorgt er ook voor dat het paard extra moet nadenken en zelf dingen uit moet zoeken. Daarnaast moet het zichzelf in balans houden.
Oefening 1: Balken op een rechte lijn
Als het paard vertrouwd is met de balken en er zonder problemen overheen loopt, kunnen ze op de juiste afstand achter elkaar op de grond worden geplaatst. Het is aan te raden (helemaal in het begin) maximaal 4 balken te gebruiken. Als je paard dan struikelt of een foutje maakt kan het er overheen springen, gebruik je zes of acht balken dan wordt dit lastig. Rijd altijd recht over het midden van de balken. In het begin kan het prettig zijn de balken langs de bakrand te leggen. Bij een meer ervaren paard kan je de oefening moeilijker te maken en hem aanmoedigen na te denken door de balken op andere afstanden te leggen, overgangen of schakelingen tussen de balken te maken of de balken in een andere positie te leggen.
Oefening 2: Cirkel
Deze oefening kan in draf en galop worden gereden. Leg vier balken op een volte neer, leg de balken als een klok neer met een wijzer (balk) op 12, 3, 6 en 9 uur. Leg de balken 2 meter binnen de lijn van een grote volte, zodat je bij het rijden van een grote volte om de balken heen kan rijden. Je begint met het rijden van een grote volte om de balken heen. Vervolgens ga je de volte sluiten en dus kleiner maken, tot je op het midden van de balken komt. Rijd de volte 1 of 2 keer over het midden van de balken waarna je de volte weer gaat vergroten. Dit doe je zowel linksom als rechtsom. Begin met de oefening in draf. Lukt dit goed? Doe dezelfde oefening dan ook in galop.
